Legendarisch begin

Indien thee een legendarisch drankje wordt genoemd dan moet het verhaal ervan met een legende beginnen. En dat is ook zo. Lang geleden , 2500 v C ongeveer, vielen de blaadjes van een Camellia sinensis per ongeluk in een ketel met kokend water toebehorende aan de Chinese keizer en kruidenkenner Shen Nung. Die was zo onder de indruk van de aangename geur en smaak van het brouwsel
dat thee algauw deel uitmaakte van de Chinese cultuur.

Door de eeuwen heen groeide de theeteelt en theehandel net zo hard als het belang ervan in de Chinese cultuur, de vele theeceremonies getuigen daarvan. In de achtste eeuw werd door Lu Yun het eerste boek over thee geschreven “De traditie van thee”. Rond deze tijd namen in China studerende Japanse boeddhistische monniken het drankje mee terug naar hun vaderland en was de opkomst van de thee wereldwijd begonnen.
Het duurde echter wel nog tot in het begin van de zeventiende eeuw vooraleer Europa overstag ging. Eerst werd het vooral in hogere kringen gedronken vermits het als een zeer exclusief product werd beschouwd maar toen de Nederlanders begonnen met de import van commerciële hoeveelheden thee vanuit hun kolonie Java werd de thee volop verhandeld naar vele regio’s in West-Europa